Gea Weerts: “Door deze investeringssubsidies voor nieuwbouw, verbouw en ingrijpende herinrichtingen worden de instellingen in staat gesteld hun sterke positie te behouden. Misschien kunnen ze zelfs meer bezoekers trekken. Overigens, wij zijn niet voor elke vorm van culturele investeringen. Wij vinden dat ook cultuurgeld zinvol besteed moet worden. Wij gaan daarbij uit van vraag & aanbod. Als er geen 'klanten' zijn die er voor willen betalen, hoeven we daar als Overheid ook geen geld in te steken.”
Deze grote instellingen vertegenwoordigen een grote economische waarde. Ze trekken veel bezoekers die daarnaast vaak ook bestedingen doen in de stad of de omgeving. Bijvoorbeeld door terrasbezoek, winkelen of een meerdaags verblijf in hotels of recreatieparken. Daarnaast vertellen deze instellingen het verhaal van Drenthe. Juist dat is een van de speerpunten in de nieuwe cultuurnota.
Gea Weerts: “Wij leggen doorgaans de voorstellen van het College
langs de economische meetlat. Wat levert het direct en indirect op voor Drenthe
in termen van werkgelegenheid en economische spin off. Maar dat is hier niet de
enige maatstaf. Deze instellingen behoren ook tot ons culturele erfgoed. Het
gaat ook over de intrinsieke waarde van cultuur, cultuuruitingen en
cultuurbeleving. Alsmede de verrijking hiervan voor de samenleving.”