Ton Serlie: “Gemeenten zitten veel dichter op de inwoners.
En zijn veel beter in staat om maatwerk te leveren en regels per geval aan te
passen. Daardoor kunnen ook het aantal dwingende provinciale voorschriften en
richtlijnen omlaag. We hebben ons echt afgevraagd: Provincie, waar bemoei je je
mee.”
Dat was volgende Ton Serlie wel nodig ook: “In de oude
OmgevingsVisie was geen rekening gehouden met - bijvoorbeeld - zonneparken en
windturbines. En met de voorgenomen overgang van olie en gas naar hernieuwbare
energie komt die ontwikkeling echt op ons af. En daar moet hoognodig iets voor
geregeld worden. Vroeger kon je volstaan met 1 energiecentrale voor een heel
groot gebied. In de nabije toekomst zal energie lokaal opgewekt gaan worden.”
“Dat vraagt om veel meer ruimte, meer maatwerk en meer
inbreng van de bevolking. Daar zitten gemeentes veel meer bovenop. Dat kan
beter vanuit het Gemeentehuis dan uit het Provinciehuis geregeld worden. Dus
energievoorziening op industrieterreinen, binnen de bebouwde kom en op daken
ondervindt nauwelijks nog belemmering. Ook over een kleine windturbine bij een
boerderij wordt niet meer moeilijk gedaan.”
Is de rol van de Provincie nu helemaal uitgespeeld? Om den
drommel niet. Ton Serlie: “Voor grotere zonneparken en grootschalige
windturbines is nu geregeld, dat Gemeenten daarvoor voorstellen kunnen doen. Maar
de Provincie blijft kijken of het niet te zeer ingrijpt in het landschap of de
natuur. Op dat proces voeren wij, Provinciale Staten, de controle.”