Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in 2009 heeft
een amendement van CDA en PvdA de uiteindelijke wet volledig tandeloos gemaakt.
Onder het mom van ‘algemeen belang’ kunnen overheden de wet buitenspel zetten
en ongestoord voor ondernemer spelen. Zo zijn er gemeenten die ligplaatsen voor
boten in gemeenschappelijke havens verhuren en gemeenten die sport- of
horecafaciliteiten aanbieden op of zelfs onder de kostprijs. Deze
overheidsorganisaties werken met belastinggeld en hebben bezittingen waarvoor
ze geen kosten maken. Daar valt voor ondernemers niet tegen te concurreren.
Erik Ziengs stelt concrete oplossingen voor om de wet
eerlijker te maken voor ondernemers. Ziengs: “Overheidsorganisaties zouden moeten
werken volgens het principe ‘nee, tenzij’. Dat houdt in, dat zij in beginsel
geen economische activiteiten mogen uitvoeren die ook door ondernemers kunnen
worden aangeboden. Als overheden een publiek-economisch belang willen borgen,
bijvoorbeeld op het gebied van recreatie, dan kunnen zij ook kiezen voor een aanbesteding,
subsidie of ander instrument. Op die manier blijven ondernemers
verantwoordelijk voor de uitvoering en wordt hun creativiteit en
ondernemerschap benut.”
VVD en D66 pleiten ook voor scherpere regels tegen overheden
die ineens marktactiviteiten in eigen beheer willen gaan uitvoeren, het
zogenaamde inbesteden. Erik Ziengs heeft in september weten te voorkomen dat
minister Bussemaker van Onderwijs een eigen Rijksscandienst kon optuigen.
Dankzij de steun van een ruime Kamermeerderheid voor de plannen van Ziengs kunnen
gespecialiseerde scanbedrijven ook in de toekomst meedingen naar
digitaliserings-opdrachten van de overheid. In gezonde onderlinge concurrentie. Ziengs:
“De reikwijdte van de Wet Markt en Overheid moet verruimd worden, zodat
overheden niet zomaar kunnen besluiten tot inbesteden. Ondernemers kunnen
overheidsopdrachten in de regel veel efficiënter en kwalitatief beter uitvoeren
dan overheden.”